Universiteit Leiden

nl en

Kritisch denken? Of liever genereus denken?

‘Kritisch denken’ is een frase die elke academicus kent: het is het eerste leerdoel in de Leidse Onderwijsvisie. Het is ook een historisch thema, met wortels die ver terug gaan, en een actueel probleem. Steeds vaker klinkt de vraag: is kritisch denken wel écht het belangrijkste dat studenten aan de universiteit moeten leren? Oratie van Herman Paul, hoogleraar Geschiedenis van de Geesteswetenschappen, op 28 juni.

Heden, verleden en toekomst van kritisch denken zijn het thema van de oratie die Herman Paul uitspreekt. Stel, zegt Paul, dat ik een studie zou doen naar kritisch denken in de geesteswetenschappen. Dat zou allereerst een fantastische invalshoek zijn voor een geschiedschrijving die disciplinaire grenzen overschrijdt. Want in alle disciplines van de humaniora hebben wetenschappers al eeuwenlang ideeën over wat kritisch denken inhoudt. Tekstkritiek, literaire kritiek, kritiek van smaak, logische kritiek en Kants Kritik der reinen Vernunft – ‘ze buitelden over elkaar heen’, aldus Paul.

Oratie Herman Paul
Herman Paul schaart zich achter het inzicht van de Franse filosoof Bruno Latour...

Vaardigheden, deugden en attitudes

Wat voegt zo’n historische studie toe aan hedendaagse discussies over kritiek? Paul betoogt dat kritisch denken vandaag de dag een kwestie van skills lijkt te zijn. Zijn historische analyse wijst echter uit dat ‘vaardigheden’ een veel te beperkte categorie is. Kritisch denken, laat Paul met voorbeelden zien, is ook een deugd. En het gaat tevens gepaard met attitudes, zoals distantiëring van dogmatisme of identificatie met een democratische of marxistische agenda.

Met een analyse van de ‘critical thinking movement’ in de Verenigde Staten, betoogt Paul dat kritisch denken daarom niet enkel draait om skills, maar, veel breder, om de ontwikkeling van een ‘zelf’ – om het worden van een critical person. Michel Foucault zou zeggen: kritisch denken vergt ‘werk van het zelf aan het zelf’.

Verschillende ‘zelven’

Eén vraag is dan: hoe verhoudt dit kritische zelf zich tot andere zelven? In hoeverre gaat het samen met een entrepreneurial self, dat het product ‘ik’ succesvol op de markt wil brengen, of met een neoliberal self, dat geen boodschap heeft aan rechtvaardigheid of solidariteit? Onderzoek in Singapore wijst uit dat een cursus kritisch denken soms niet meer is dan een vinkje op het cv van studenten die hun concurrentiepositie op de arbeidsmarkt willen verbeteren. In de praktijk is kritisch denken niet altijd zo democratisch of antikapitalistisch als geesteswetenschappers graag geloven.

Oratie Herman Paul
Rita Felski, hoogleraar op het gebied van literatuur en cultuurstromingen aan de University of Virginia, schreef in 2017 'Critique and Postcritique'.

Postcritique

Nog spannender is de vraag: hoeveel toekomst heeft kritisch denken? Paul wijst op de denker Rita Felski en haar critici in het debat over ‘postcritique’. Sommigen zeggen dat kritisch denken nooit opgegeven mag worden, bijvoorbeeld in de strijd tegen neoliberalisme. Anderen brengen daartegen in dat marxistische en antikoloniale kritiek in de Global South hoegenaamd geen verschil hebben gemaakt in de levens van mensen. Terwijl kritisch denken berust op de hoop dat de wereld een betere plek zou worden. Maar deze hoop heeft plaatsgemaakt voor gelatenheid of zelfs teleurstelling: kritisch denken blijkt niet in staat een groot verschil te maken.

Kritische nabijheid

Paul is het daarom eens met Bruno Latour, volgens wie kritisch denken anno 2021 niet meer bovenaan de prioriteitenlijst hoeft te staan. Onze wereld in crisis heeft niets zo hard nodig als zorg voor wat waar is en aandacht voor wat menselijk samenleven duurzaam mogelijk maakt. Dit vergt niet allereerst kritische afstand, maar ‘kritische nabijheid’. Paul pleit daarom voor ‘genereus denken’, waarin kritiek haar legitieme plek heeft, maar waarin studenten ook leren wat toewijding en aandacht voor, en betrokkenheid bij het publieke belang betekenen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.