Hoe Moot Court zich razendsnel aanpaste aan de coronamaatregelen
In het tweede bachelorjaar volgen rechtenstudenten een bijzonder vak: Moot Court. Tijdens dit vak kruipen zij in de rol van advocaat (of OvJ) van een partij uit een aan hen voorgeschotelde casus. Fysiek onderwijs is daarbij onmisbaar. Hoe blijft dit vak met alle coronamaatregelen overeind?
Het vak start met een introducerend college voor alle studenten en een klassikale werkgroep. In de weken daarna bespreken studenten een op een met hun vakdocent een argumentenlijst, een rechtsgeleerde beschouwing en de uiteindelijke pleitnota. Daarnaast zijn er in kleine groepjes videotrainingen met een ouderejaarsstudent als trainer. Tijdens deze trainingen ligt de focus op mondelinge presentatie. Zo bereiden studenten zich voor op de afsluiting van het vak: een pleitzitting voor de heuse Moot Court-rechtbank.
Afgelopen collegejaar werd het Moot Court-onderwijs plots onderbroken door het coronavirus. Van het een op het andere moment kon er geen fysiek onderwijs meer plaatsvinden – iets wat juist bij dit vak zo belangrijk is. De vakgroep heeft er hard voor gewerkt om Moot Court dit collegejaar weer zo veel mogelijk fysiek plaats te laten vinden. En met resultaat: als een van de weinige vakken speelt Moot Court zich grotendeels weer af op de faculteit.
Bekijk hier enkele foto's van de fysieke collegeserie, gemaakt door Monique Shaw:
Dit natuurlijk met de nodige aanpassingen, vertelt Maud Schenck, student-assistent bij Moot Court. 'Zo vond het openingscollege, dat zoals elk jaar voor alle (ruim 800!) studenten tegelijk was, wel online plaats. Ook de een-op-een-besprekingen met de docent zijn online, juist omdat deze zich hiervoor goed lenen. De klassikale werkgroep, waarin de vakdocent de casus introduceert en de videotrainer een bibliotheekinstructie geeft, kon fysiek plaatsvinden dankzij de ruime lokalen op de B-gang. Voor de videotrainingen zijn de groepjes dit jaar verkleind van vier naar twee studenten. Met deze kleine groepen kunnen de trainingen veilig fysiek plaatsvinden. De trainingen worden namelijk gehouden in speciaal hiervoor ingerichte lokalen boven in het Kamerlingh Onnes Gebouw, die aan meer mensen geen ruimte bieden. Door de trainingen per twee te volgen, krijgen studenten veel persoonlijke aandacht terwijl het element van leren van elkaar niet verloren gaat. In verband met bijvoorbeeld een student in quarantaine of eventueel toekomstige aangescherpte maatregelen, staat de mogelijkheid een training toch online te volgen altijd open.'
Dit alles vergt flexibiliteit van de studenten en docenten, maar maakt het grotendeels fysieke onderwijs wel mogelijk. Laten we hopen dat het onderwijs tot en met de pleitzitting fysiek doorgang kan vinden!