Casper de Jonge: ‘Door de canon te verbreden houden we de oudheid modern’
Per 1 mei is Casper de Jonge benoemd tot hoogleraar Griekse Taal- en Letterkunde. ‘De Griekse literatuur komt niet alleen uit Athene: ook auteurs uit Egypte, Syrië en Klein-Azië schreven in het Grieks.’
‘Leiden had met Ineke Sluiter al een hoogleraar Griekse Taal- en Letterkunde’, zegt De Jonge. ‘Omdat zij deze functie is gaan combineren met het presidentschap van de KNAW, was er ruimte om naast haar nog een hoogleraar te benoemen. Ik ben blij dat ik die functie mag vervullen, ook voor de continuïteit van de opleiding.’
Grieks als lingua franca
Als hoogleraar wil hij zijn onderzoek een nieuwe impuls geven. ‘Ik houd me bezig met Griekse literatuur in de Romeinse wereld. Als we denken aan Griekse literatuur, gaat het vaak over Homerus, de klassieke tragediedichters of Plato en Aristoteles; maar in de periode van het Romeinse Keizerrijk (eerste eeuw v. Chr. tot de late oudheid) is ook veel in het Grieks geschreven.’
‘In die periode zie je een spannende culturele interactie tussen Griekenland en Rome. Grieks fungeerde destijds min of meer als het hedendaagse Engels. Het werd in het hele Middellandse Zeegebied gesproken, maar Rome was de place to be voor literatuur. Ook veel Grieks schrijvende auteurs uit Egypte, Syrië en Klein Azië trokken naar die stad, bijvoorbeeld Nicolaus van Damascus en Timagenes van Alexandrië. Enerzijds probeerden ze in Rome te integreren door bijvoorbeeld te schrijven over de keizer en het Romeinse Rijk, anderzijds behielden ze een externe blik, al was het maar omdat ze in het Grieks bleven schrijven. Dat hun literatuur zich tussen culturen beweegt, zorgt voor een interessante spanning, die je ook tegenwoordig wel ziet in migrantenliteratuur. Om hier meer over te kunnen vertellen, maak ik gebruik van moderne theorieën. In dit geval is dat een postkoloniale benadering.’
Meteen meediscussiëren
Bij de studenten valt die benadering in de smaak. ‘In het mastervak Migrant Literature in the Early Roman Empire hebben we veel over de diversiteit van de Romeinse wereld gesproken. Studenten vinden het leuk om naar de oudheid te kijken vanuit een actuele invalshoek. Omdat veel Griekse teksten uit die periode nog niet zo diepgaand zijn bestudeerd, hebben ze bovendien niet het gevoel dat ze eerst tien boeken moeten lezen voor ze iets mogen zeggen. Dat maakt de discussies levendig. Een van de dingen waar ik het meest naar uitkijk in de komende jaren is om met hen verder samen te werken aan dergelijke thema’s.’
Bestuurlijke samenwerking
Daarnaast ziet De Jonge uit naar een nauwere samenwerking binnen het Centre for the Arts in Society (LUCAS), waar hij in het managementteam zit. ‘De verschillende disciplines groeien meer naar elkaar toe. Waar we vroeger soms in ons eigen hokje bleven, wisselen we nu vaker tips en literatuur uit. Wanneer ik aan mijn onderzoek naar migratie werk, praat ik daarover met specialisten voor de twintigste en eenentwintigste eeuw. Zulke vormen van samenwerking maken onderzoek leuk en leerzaam.’
Casper de Jonge geeft onderwijs in de bachelor Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, hij ontwikkelde met collega’s de minor Retorica, en hij is opleidingsvoorzitter van de master Classics and Ancient Civilizations. Hij studeerde en promoveerde in Leiden, en werd daarna universitair docent en hoofddocent. Als onderzoeker werkte hij ook in Washington DC, Princeton en Heidelberg.