Waarom we gedetineerden een stemplicht moeten geven
Zit je ergens ter wereld in de gevangenis, dan is de kans groot dat je niet mag stemmen. Als het aan onderzoekers Tom Theuns en Andrei Poama ligt, wordt zo’n stemverbod snel ingeruild voor een stemplicht. Want juist daarmee help je de democratie vooruit.
Moest het Joe Biden worden of toch Donald Trump? Maar liefst zes miljoen Amerikanen konden er eind vorig jaar niet over meebeslissen. Zij zaten namelijk een gevangenisstraf uit of waren onder huisarrest geplaatst, waardoor ze automatisch hun stemrecht kwijtraakten. En ook in veel Europese landen kan je stemrecht gedeeltelijk worden afgenomen na een misdrijf. Politiek theoreticus Tom Theuns schreef – samen met collega Andrei Poama – een pleidooi voor het tegenovergestelde: een stemplicht voor gedetineerden.
'Door juist de gevangenen te laten stemmen, zeg je eigenlijk: zo belangrijk vinden wij het dus om ieders stem te horen, wie je ook bent.'
Een stemplicht is natuurlijk radicaal anders dan een stemverbod. Waarom pleiten jullie voor deze optie?
Theuns: ‘We denken dat het belangrijk is om aan gedetineerden te laten zien dat ze onderdeel zijn van het democratische systeem. Door ze een stemplicht te geven, draag je namelijk uit hoe belangrijk je dat democratische proces vindt. Door juist de gevangenen te laten stemmen, zeg je eigenlijk: zo belangrijk vinden wij het dus om ieders stem te horen, wie je ook bent. Je communiceert een set waarden, in de hoop dat ze hiermee ook in de toekomst actief blijven deelnemen aan de democratische samenleving.’
Maar neem nou een terrorist die de Tweede Kamer wil opblazen om zo de democratie om zeep te helpen. Die geef je toch geen stemplicht?
‘Juist wel! Door diegene te dwingen zijn of haar stem uit te brengen, kun je die persoon de democratische waarden aanleren waartegen hij of zij in opstand kwam. Het versterkt de band met de samenleving, terwijl je bij een stemverbod juist de banden met de samenleving doorsnijdt. Dus ik zou zeggen: uitgerekend degenen die de democratie betwisten, hebben het meeste baat bij een stemplicht.’
Hoe kwamen jullie op het idee om dit artikel te schrijven?
‘Enkele jaren geleden kwam Mary Sigler [hoogleraar aan Arizona State University, red.] met een nieuw argument om het stemrecht van gedetineerden in te perken. Volgens haar argumentatie moet je het stemrecht van gedetineerden wel inperken als je democratische waarden wil verkondigen, want je laat zien dat deze waarden te belangrijk zijn om over te laten aan misdadigers. Dat vinden Andrei en ik echter een vreemde argumentatie, want hoe kun je de waarde van de democratie verspreiden door iemand te onttrekken aan het meest fundamentele democratische recht, namelijk het stemrecht?’
Ik kan me goed voorstellen dat er veel mensen zijn die menen dat misdadigers hun stemrecht simpelweg niet meer verdienen.
‘Dit is inderdaad een veelgehoord argument, maar de meeste rechtsfilosofen hebben deze en soortgelijke argumenten verworpen. Want wat als je een onderscheid gaat maken tussen mensen die het stemrecht wel of niet verdienen, schaad je daarmee niet het fundamentele principe van een democratie, namelijk one person, one vote? Het stemrecht is immers een recht, niet een gunst.’
'Ook een gedetineerde moet zich aan de wet houden [...]. Dan is het logisch dat dit principe ook andersom werkt, dus dat de misdadiger zijn democratische recht mag uitoefenen als lid van de samenleving.'
Maar je zou ook kunnen zeggen: misdadigers plaatsen zichzelf willens en wetens buiten de maatschappij. Met hun kwalijke gedrag overtreden ze immers de spelregels van onze samenleving.
‘Aanhangers van deze argumentatie vinden inderdaad dat misdadigers een sociaal contract overtreden: een set van waarden die onze maatschappij bij elkaar houdt. Maar een misdadiger kan zichzelf nooit helemaal buiten de maatschappij plaatsen, want ook de gevangenis is een onderdeel van onze samenleving. Ook een gedetineerde moet zich bijvoorbeeld aan de wet houden, en hij of zij kan gearresteerd worden voor misdaden die zijn begaan binnen de muren van de gevangenis. Dan is het logisch dat dit principe ook andersom werkt, dus dat de misdadiger zijn democratische recht mag uitoefenen als lid van de samenleving.’
Tekst: Merijn van Nuland