"Leiden is van het no-nonsense onderwijs": flitsinterview met alumna Dinah Elzinga
Dinah werkt als bedrijfsjurist bij Shell en heeft onder leiding van Voormalig Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp meegeholpen aan de opbouw van de Corona XL teststraten. Ze had bewust gekozen voor de Master Onderneming, Recht en Management omdat ze al van het begin af aan als bedrijfsjurist wilde werken. Toch heeft ze de eerste acht jaren gewerkt bij het advocatenkantoor Loyens & Loeff. Hoe en waarom? Lees verder.
Dinah, in de nieuwsbrief van december was je onze alumnus in de spotlight. Je werd geïnterviewd in de Mr. Online over je rol in de opbouw van de Corona XL Teststraten. Wil je daar meer over vertellen?
Zeker! In oktober vorig jaar werd ik vanuit Shell gevraagd om hieraan mee te werken. We werden onderdeel van een unieke samenwerking tussen het bedrijfsleven, vertegenwoordigd door VNO-NCW, de GGD’s de Rijksoverheid (de ministeries van VWS, EZK en Defensie) onder leiding van voormalig Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp. Dit was voor mij, als enige jurist in dit team, een bijzondere en leerzame ervaring. Ik heb hiervoor veel met de overheid onderhandeld, bijvoorbeeld voor de opdrachtbrief en de samenwerkingsovereenkomst. Die is door Minister de Jonge zelf ondertekend. Naast de grootschalige teststraten wordt het initiatief nu voorgezet en gaan bijvoorbeeld werkgevers op locatie hun mensen testen. Ik vond het mooi om mijn juridische expertise in te kunnen zetten ten behoeve van de samenleving.
Hoe ben je hierbij betrokken geraakt?
Toen de pandemie een jaar geleden ook in Nederland realiteit werd, vroeg ik me of hoe ik als jurist zou kunnen bijdragen. Ik sprak met collega’s en werd toen benaderd vanuit Shell om het Landelijk Consortium Hulpmiddelen te ondersteunen. Samen met een collega heb ik toen namens de overheid onderhandeld met bedrijven voor de productie en inkoop van zo’n 12 miljoen FFP2 mondkapjes voor de medische sector. Onder meer Auping was als beddenfabriekant een van de bedrijven die bereid was een nieuwe productielijn te introduceren. Vanuit die ervaring werden wij in oktober weer gevraagd om te helpen met de teststraten.
Waarom heb je destijds voor Leiden gekozen en heeft het je verwachtingen waargemaakt? Hoe betrokken ben je nog met/bij je alma mater?
Leiden heeft de beste faculteit voor Rechtsgeleerdheid! Ik weet nog dat Maastricht ook een mooi en nieuw programma had. Dat sprak mij wel aan, maar ik vond Maastricht te ver. Ik woonde destijds in Leiden, was daar ook naar de middelbare school gegaan en zag altijd in de zomer veel studenten op de grachten leuke dingen doen. Dat wilde ik ook! Wat ook meespeelde is dat mijn vader (rechten) en moeder (psychologie) ook in Leiden hadden gestudeerd. Tijdens mijn studie ben ik als bijbaantje host geweest voor het Juridisch Post-Academisch Onderwijs en toen ik advocaat was heb ik zelf heel wat PAO punten gehaald in Leiden.
Hoe heeft de periode in Leiden je gevormd en bijgedragen aan wat je nu doet en hoe je zaken aanpakt?
Leiden is van het no-nonsens onderwijs. Een Leidsche 6 was een Amsterdamse 8 werd er altijd gezegd. Na mijn studie ging ik werken bij Loyens & Loeff in Rotterdam. Daar heerste die ‘niet lullen maar poetsen’ mentaliteit ook. Dat past goed bij mij; ik ben van het aanpakken. Ik neem dat nog altijd mee, ook in mijn huidige baan en krijg daar eigenlijk altijd positieve feedback over.
Als je één ding over zou mogen doen van je studententijd, wat zou dat zijn?
Moeilijke vraag. Ik ben heel tevreden over mijn studietijd. Ik heb ooit geprobeerd een tijdje in het buitenland te studeren. Dat is toen niet gelukt, omdat de universiteit waar ik naar toe wilde geen onderdeel was van het uitwisselingsprogramma. Achteraf had ik daar wat minder selectief in moeten zijn. Ik denk dat een buitenland ervaring veel had kunnen toevoegen aan mijn studietijd.
Is er iets dat je achteraf bezien in je studie had moeten hebben (een bepaald vak of vaardigheid), dat je niet hebt gehad of kon volgen?
Ik heb naast Bedrijfsrecht ook de afstudeerrichting Onderneming, Recht en Management gevolgd. Dat was destijds een nieuwe afstudeerrichting binnen Rechten. Daarin werd naast juridische aspecten ook ingegaan op commerciele en bedrijfskundige vraagstukken. Ik vond die richting fantastisch. Ik ben toch iets commercieler aangelegd en minder wetenschappelijk, kwam ik toen achter. Als je in-house jurist bent, wordt er ook van je verwacht dat je bedrijfsrisico’s ziet en commercieel meedenkt. Ik zie dat er nu veel meer vakken worden aangeboden die schuren aan bedrijfskunde. Zo zie ik de afstudeerrichting Entrepreneurship & Management. Daarmee gaat de Universiteit echt met zijn tijd mee. Leiderschaps- en managementskills zijn vaardigheden die je als jurist goed kunt gebruiken.
Is er iets in je huidige werk dat je nooit had verwacht dat je zou doen of zou moeten weten?
Uiteraard had ik nooit voorzien dat we in een pandemie terecht zouden komen. Noch dat ik de mogelijkheid zou krijgen bij te dragen om die onder controle te krijgen. Ik vond het heel interessant om me bezig te houden met vraagstukken als of het afnemen van een Coronatest een medische handeling is, wie die handeling mag afnemen, wie aansprakelijk is als daarbij iets fout gaat en hoe we die aansprakelijkheid het best kunnen structureren in relatie met de overheid. Hoewel ik natuurlijk liever geen pandemie had gehad, is dit voor mij wel een unieke ervaring geweest waar ik veel van heb geleerd.
Je hebt de overstap van de advocatuur naar bedrijfsleven gemaakt, was dat bewust, waarom heb je die stap genomen en hoe anders is het werk?
Ik wilde altijd al het bedrijfsleven in en ben daarom bedrijfsrecht gaan studeren. Na mijn studie kreeg ik echter het advies om eerst de advocatuur in te gaan. Dat zou een goede basis zijn voor een verdere juridische carrière, wat ook klopt. Ik heb 8 jaar als advocaat gewerkt bij Loyens & Loeff in Rotterdam. Een groot kantoor legt een goede basis en besteed veel aandacht aan de opleiding. Je leert bijvoorbeeld efficiënt, klantgericht en onder tijdsdruk werken. Dat zijn vaardigheden die in een verdere carrière ook goed van pas komen. Ik heb daar een fantastische tijd gehad, maar als je de overstap wilt maken, moet je niet te lang wachten. Ik ben daarna bij Shell terecht gekomen als in-house counsel. Het werk is minder ad hoc dan in de advocatuur. Je fungeert meer als business partner, werkt samen met commerciële en technische teams, bent nauwer betrokken bij het probleem en kent de achtergrond. Hierdoor kun je pragmatischer adviseren. Dat ligt mij beter. Bij Shell is het werk zeer gevarieerd en van hoog niveau, waardoor het uitdagend blijft. Zelf werk ik enerzijds aan traditionele olie en gas projecten, bijvoorbeeld in Oman, anderzijds doe ik veel in de New Energies hoek, zoals het bouwen van waterstof stations. Ik krijg echt energie van dit werk.
Hoe is het werkende leven voor jou nu in Coronatijd, hoe blijf je energiek?
Ik vind het heel dubbel. Aan de ene kant is het fijn om dicht bij mijn twee dochters te kunnen zijn, zeker ten tijde van de lockdown. Aan de andere kant mis ik het sociale contact met collega’s enorm en is het soms lastig concentreren met rondrennende kinderen. Gelukkig is bij Shell iedereen heel begripvol. Het gevaar is wel dat je helemaal niet buiten komt. Ik heb gelukkig twee keer per week een sportklasje op het strand en ik loop regelmatig hard met een vriendin.