In beeld: dierenmummies in de scanner
Het verhaal van Toetanchamon, de Egyptische farao, is wereldberoemd. Maar wist je dat in het oude Egypte niet alleen mensen werden gemummificeerd, maar ook talloze dieren? Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden haalde onlangs een heel stel dierenmummies door de CT-scanner. Dat deed het museum in samenwerking met Canon Medical en onderzoekers van de Universiteit Leiden.
Gaat het over mummies, dan denk je al gauw aan statige farao’s die een prachtige staatsbegrafenis krijgen. Gebalsemd en wel worden hun lichamen veilig opgeborgen in een rotsgraf in de Vallei der Koningen, terwijl hun geesten zich vermaken in het hiernamaals. Door de goede conservering kunnen ze daar in principe tot het oneindige blijven liggen, of althans tot het moment dat een archeoloog of grafrover de begraafplaats ontdekt.
Maar wat niet iedereen weet, is dat ook dieren in het oude Egypte op grote schaal werden gemummificeerd. Heel soms betrof dit het lievelingshuisdier van een rijke man of vrouw, maar in de meeste gevallen ging het om offerdieren. Deze gemummificeerde dieren werden in de tempels verkocht, zodat bezoekers ze konden schenken aan de goden. Op die manier kon je de goden tevreden stellen, en dat was handig als je bijvoorbeeld een mooi baantje of een gezond kind wilde krijgen.
Dierenmummies als verdienmodel
‘Destijds bestond er een hele industrie rondom dit gebruik,’ zegt Lara Weiss, conservator van de Egyptische collectie in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden (RMO). ‘Je moet je voorstellen dat in de tempels aan de lopende band gemummificeerde dieren werden verkocht. Deze dieren werden gefokt en gedood met als enige doel om gemummificeerd te worden. Het was een heuse business.’
Het RMO heeft maar liefst 73 dierenmummies in de collectie, van krokodillen tot katten en van valken tot vissen. Toen een deel van deze mummies tijdelijk naar Japan ging voor een reizende tentoonstelling, besloot het museum 3D-scans te maken van de binnenkant van de voorwerpen. Weiss: ‘Op die manier blijven de mummies ook te zien voor het publiek in Leiden. Tegelijkertijd gaf ons dat de gelegenheid om in hoge resolutie naar de binnenkant mummies te kijken, en te zien of we nog bijzonderheden konden ontdekken.’
Slangenmummie in de scanner
Weiss kwam allereerst bij Berend Stoel terecht. Hij is medisch informaticus aan het LUMC, en weet alles over de ‘techneutenkant’ van de CT-scanner, zoals hij het zelf omschrijft. In de dagelijkse praktijk schrijft hij programma’s die automatisch beelden uit scanners kunnen analyseren of zelfs interpreteren. Zo gaat hij onder meer op zoek naar reuma, longziektes en oogaandoeningen.
Buiten de reguliere openingstijden van het LUMC wil hij nog wel eens wat anders in de CT-scanner leggen. Zo stopte hij ooit een heuse Stradivarius in de scanner, om te zien of de jaarringen in het hout de beroemde viool zijn superieure geluidskwaliteit geven (wat niet zo bleek te zijn). En voor Naturalis haalde hij nog niet zo lang geleden een dinosaurusbot door de scanner.
Stoel keek dan ook niet heel vreemd op toen hij in december 2019 het verzoek kreeg een slangenmummie te scannen. Zijn opdracht: een 3D-beeld van de slang maken in een zo hoog mogelijke resolutie. Dat is nog geen kattenpis. De wervelkolom van de slang bestaat namelijk uit piepkleine structuurtjes, en het is knap lastig om de juiste instellingen te vinden om hem goed in beeld te krijgen.
Dummy van vissenkop
Uiteindelijk kwam Irene Hernandez-Giron, een collega van Stoel, met een inventieve oplossing. Ze kocht een vis bij de visboer, kookte het dier uit, en maakte met de vissenkop een oefenobject. Verpakt in een kous gebruikte Stoel deze ‘dummymummie’ om de instellingen van de CT-scanner alvast klaar te zetten voor het echte werk. Op die manier kon de kwetsbare slangenmummie uit het RMO na aankomst in het LUMC meteen met de juiste instellingen worden gescand, waardoor deze ook weer vlug terug kon naar het museum.
Vervolgens schakelde Weiss de hulp in van twee Leidse biologen, Michael Richardson en Merijn de Bakker. Zij zijn beiden gespecialiseerd in de ontwikkelingsbiologie van vertebraten, ofwel gewervelde dieren. Zij kregen de nobele taak om aan de hand van de CT-scan te achterhalen om wat voor slangensoort het hier ging. Dat was nog altijd niet duidelijk, ook omdat je een mummie natuurlijk niet zomaar mag uitpakken. Wie weet zouden ze op de scan de vorm van de giftanden kunnen zien. Dat kan de diersoort verraden, zeker in combinatie met geografische informatie over de vindplaats.
Hier hadden de onderzoekers jammer genoeg minder geluk. De giftanden bleken net niet goed genoeg zichtbaar om definitief de slangensoort de achterhalen. Richardson’s stagiair en slangendeskundige, Roel Wouters, vermoedt echter dat het een Egyptische cobra betreft. Dat bepaalde hij aan de hand van de kenmerkende vorm van de schedel en de verspreiding van de slang in Egypte.
Uren puzzelwerk
De maanden daarna herhaalde dit samenspel tussen archeologen, CT experts en biologen zich meerdere malen. Na de slangenmummie werden ook ingepakte krokodillen, honden, vissen, valken, ibissen en katten in de scanner gelegd. Aangezien het project haast had vanwege de Japanse tentoonstelling, werden deze dieren niet meer gescand in het LUMC maar in een demonstratiescanner van Canon Medical in Zoetermeer. Dat bedrijf bouwt medische apparatuur, en zag het scannen van de dierenmummies als een mooie manier om de functionaliteiten van het nieuwste model CT-scanner te demonstreren. Het leverde prachtige scans op van de eeuwenoude mummies.
Voor Richardson en De Bakker leverden de scans heel wat uurtjes puzzelwerk op. Veel van de dieren bleken in de loop der eeuwen flink door elkaar gehusseld. Zo lagen de botten van het valkje op een vreemde manier opgevouwen, en ontbrak zelfs het hoofd van de vogel. Ook de ibisskeletten bleken incompleet en flink door elkaar geschud. Toch konden de biologen aan de gebogen snavel direct zien dat het om een ibis ging.
De kattenmummie was in betere staat, en bij dat dier deden de biologen een nogal sinistere ontdekking. Het dier was jong en gezond toen het aan de goden werd geofferd. Vlak voor de mummificatie werd het arme dier de nek omgedraaid, getuige de stand van de nekwervels. Vervolgens werd het lichaam hardhandig platgedrukt en ingepakt.
Handige vingeroefening
De beide biologen benadrukken dat het mummieproject voornamelijk hobbyisme is, een leuke afleiding van hun eigenlijke werk. Richardson: ‘In het dagelijks leven bestuderen wij bijvoorbeeld het bewegingssysteem van slangen, dus de spieren en wervels. Dan is het natuurlijk veel handiger om een verse slang te hebben dan een stokoud, gemummificeerd exemplaar dat je niet mag uitpakken.’
‘Wel is dit een geweldig project om eens bij de buren te kijken,’ vult Merijn de Bakker aan. ‘Het is een interfacultair project bij uitstek, en daardoor krijg je een goed beeld wat er op andere plekken binnen de universiteit gebeurt.’
Ook voor Stoel was het scannen van dierenmummies een uitstapje. ‘Ik heb een zekere reputatie gekregen op dit gebied,’ zegt hij glimlachend. ‘Maar patiëntenzorg heeft natuurlijk altijd voorrang, dus daarom doen we dit werk in de avond of het weekend.’ Overigens hebben ook toekomstige LUMC-patiënten mogelijk baat bij de spielerei in de CT-scanner: volgens Stoel is het scannen van een dino of mummie een mooie vingeroefening. ‘Het geeft me nieuwe inzichten en houdt me scherp.’
Tekst: Merijn van Nuland
Beeld: RMO en Canon Medical