Emotionele mishandeling sterk gerelateerd aan posttraumatische stressklachten
Kinderen en jongeren die het slachtoffer zijn van emotionele mishandeling door hun ouders, melden doorgaans ernstige posttraumatische stressklachten. Die klachten zijn gemiddeld genomen zelfs erger dan na andere vormen van kindermishandeling, zoals fysieke mishandeling. Dat blijkt uit onderzoek door Leidse psychologen. Publicatie in Child Abuse & Neglect.
Bent u opgegroeid in een veilig en warm gezin? Dat geldt helaas niet voor zo’n 25 procent van de Nederlandse kinderen, want zij geven aan een vorm van kindermishandeling te hebben ervaren. Dat kan bijvoorbeeld gaan om seksueel misbruik, fysieke mishandeling, verwaarlozing of emotionele mishandeling. Deze laatste groep kinderen wordt thuis mishandeld door hun ouders of verzorgers, maar dan met woorden in plaats van klappen. Zo worden ze bijvoorbeeld uitgescholden of gekleineerd.
Verschil in traumatische klachten
Onderzoekers van de Universiteit Leiden en de Leidse GGZ-instelling Rivierduinen onderzochten of de ernst van de posttraumatische klachten bij jongeren afhankelijk is van de mate van mishandeling die ze hebben meegemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen en jongeren die het slachtoffer zijn van emotionele mishandeling door hun ouders, doorgaans de ernstigste posttraumatische stress klachten melden. Die klachten zijn dus sterker dan bij slachtoffers van andere typen mishandeling, waaronder fysieke mishandeling en verwaarlozing. Dit bleek ook te gelden voor jongeren die zich met een heel ander trauma aanmeldden. ‘Zo kan een kind bijvoorbeeld komen voor een traumabehandeling na een auto-ongeluk, maar kan de emotionele mishandeling die thuis gaande is een grote rol spelen in de ernst van de traumaklachten,’ zegt hoogleraar Bernet Elzinga, hoofdonderzoeker van de studie.
De onderzoekers kwamen tot deze conclusie na onderzoek onder 287 jongeren die zich voor een traumabehandeling hadden aangemeld bij de ggz-instelling. De jongeren waren gemiddeld zo’n 15 à 16 jaar oud. Zij vulden bij aanvang van de behandeling een vragenlijst in waarin ze onder meer meldden of, en zo ja wat voor type trauma en mishandeling zij hebben ervaren. Daarnaast beantwoordden ze vragen over hun psychische klachten, waaronder posttraumatische stressklachten. Iets minder dan de helft van deze jongeren beantwoordde zes en twaalf maanden later nogmaals deze vragenlijst om te meten of de behandeling aanslaat.
Consequent meer klachten
‘Hieruit bleek dat de posttraumatische stressklachten inderdaad afnamen door de behandeling,’ zegt Chris Hoeboer, psycholoog en eerste auteur van het artikel dat aanvankelijk zijn masterscriptie was. ‘Dat geldt ook voor de jongeren die emotioneel zijn mishandeld. Tegelijkertijd bleek wel dat deze laatste groep consequent meer traumaklachten rapporteerde dan kinderen met andersoortige mishandelingen, ook na behandeling.’
De onderzoekers hopen dat er met dit onderzoek meer aandacht komt voor kinderen die te maken hebben met emotionele mishandeling, een groep die enigszins onderbelicht blijft in vergelijking met slachtoffers van bijvoorbeeld fysieke of seksuele mishandeling. ‘Het is belangrijk dat behandelaars de kinderen goed uitvragen over hun thuissituatie en dat ouders meer betrokken worden bij de behandeling en voorzien worden van goede informatie.’
Ouders helpen
Daarbij moeten we volgens de onderzoekers goed in het achterhoofd houden dat de ouders of verzorgers van emotioneel mishandelde kinderen lang niet altijd het slechtste voorhebben met hun kind. In veel gevallen hebben deze ouders zelf ook problemen, en hebben ze geen idee hoe groot de impact van kwetsende opmerkingen kan zijn. Wil je kindermishandeling voorkomen, dan zal je ouders hier dus goed over moeten voorlichten en helpen om beter om te gaan met hun eigen onmacht en onvermogen. Hoeboer: ‘Soms is het goed als niet alleen het kind in therapie gaat, maar ook de ouders.’
Dit onderzoek werd uitgevoerd met een implementatiesubsidie van ZonMW.