Als je vrienden in de sloot springen…
Jongeren beïnvloeden elkaar om meer risico te nemen, al ligt dat genuanceerder dan we vaak denken. Dat ontdekte de Leidse ontwikkelingspsycholoog Jorien van Hoorn. Bovendien blijken leeftijdsgenoten elkaar ook positief te beïnvloeden. Dat is tot nu toe onderbelicht. Promotie op 12 januari.
In de adolescentie gaan jongeren steeds meer met elkaar om in vriendengroepjes. Het is belangrijk om bij een groep te horen en daarom is het bij uitstek een periode waarin je de mening van je leeftijdsgenoten om je heen erg belangrijk vindt. Onder druk van de groep leer je de ‘sociale normen’ over welk gedrag daarin als gepast wordt beschouwd. Wanneer vrienden risico’s nemen zal een jongere beïnvloed worden om dit ook te doen. Evengoed kan het positief uitpakken als vrienden juist positief gedrag stimuleren.
Bekijk de videoblog met Jorine van Hoorn over haar promotieonderzoek
Gokken
Voor haar onderzoek naar risicogedrag heeft Van Hoorn jongeren gevraagd om mee te doen met een gokspel. Dat speelden ze alleen óf met online advies van leeftijdgenoten. Deze online leeftijdsgenoten zorgden ervoor dat de jongeren inderdaad meer risico namen en meer gingen gokken. Maar hun gokgedrag hing wel af van het soort advies dat ze van hun online leeftijdsgenoten krijgen om weinig, een beetje of veel munten in te zetten (gokken). Ook telt hoe onzeker het gokje is dat ze wagen. Van Hoorn: 'We vonden dat het advies van leeftijdsgenoten het meest effect had op risicogedrag als de keuze onzeker was, en minder effect als de keuze zeker was. Het is dus niet zo dat adolescenten altijd als een kip zonder kop volgen wat hun leeftijdgenoten zeggen.'
Munten verdelen
Voor haar onderzoek naar prosociaal gedrag heeft Van Hoorn jongeren gevraagd voor een spel waarbij ze munten verdelen. Daarbij konden de jongeren kiezen om munten zelf te houden of weg te geven aan de groep. Munten weggeven is in dit experiment 'prosociaal gedrag'. Leeftijdsgenoten konden vervolgens hun beslissingen ‘liken’. Met de MRI-scanner zijn foto’s gemaakt van de hersenen om te zien wat er gebeurt wanneer proefpersonen beslissingen in hun eentje nemen en daarnaast wanneer ze beoordeeld worden door leeftijdsgenoten. Bij prosociaal gedrag blijkt dat het ‘sociale breinnetwerk’ actief wordt. Dat zijn hersengebieden die belangrijk zijn bij nadenken over wat anderen van je vinden.
Positieve groepsdruk
De maatschappij heeft over het algemeen een negatief beeld van de invloed van vrienden op het risicogedrag van jongeren. Nu blijkt groepsdruk zelfs positief uit te pakken bij het nemen van beslissingen. Van Hoorn: ‘Het doel was om de invloed van leeftijdgenoten op gedrag te onderzoeken en de onderliggende mechanismen in de hersenen in kaart te brengen bij risicogedrag en bij prosociaal gedrag. Groepsdruk maakt kwetsbaar voor risicogedrag, maar het blijkt ook een kans. Deze andere kant van groepsdruk is tot nu toe heel erg onderbelicht geweest, maar net zo belangrijk voor je ontwikkeling!'
Richten op prosociaal gedrag
Het is belangrijk te weten hoe groepsdruk precies werkt, om zo risicogedrag in de adolescentie te voorkomen. ‘We willen juist kijken naar de invloed van groepsdruk op prosociaal gedrag, omdat prosociaal gedrag wordt gelinkt aan voordelen zoals betere relaties met vrienden, academisch succes en gezondheid. Zo werken we aan een wetenschappelijke basis om de overwegend negatieve betekenis van groepsdruk in de samenleving te veranderen,’ zegt Van Hoorn. ‘Onze onderzoeksresultaten dragen bij aan interventies gericht op minder risicogedrag en op meer prosociaal gedrag van jongeren. Mogelijk heeft dat langdurige effecten als ze later volwassen zijn.’ Van Hoorn doet vervolgonderzoek naar de sociale invloed op het nemen van beslissingen. Ze is nu postdoc bij de onderzoeksgroep van dr. Eva Telzer, University of North Carolina in Chapel Hill, US.
(Banner: foto Monique Shaw van het Braintime festival: feest voor het puberbrein)