Honoursonderwijs voor competente rebellen
Op maandag 26 mei kwamen in de Stadsgehoorzaal in Leiden studenten, docenten en beleidsmakers bij elkaar om te discussiëren over honoursonderwijs in aanwezigheid van minister Bussemaker van OCW.
Hardwerkende studenten
Minister Bussemaker sprak hier over de noodzaak voor scholieren en studenten om hun talenten optimaal te kunnen ontwikkelen, als ‘competente rebellen’.
Doel van het debat was om voor- en tegenstanders van excellentieonderwijs de kans te geven hierover te spreken. Deze programma’s zijn bedoeld voor studenten die goede cijfers halen, maar vooral voor ‘hardwerkende studenten’ die iets extra’s willen naast hun studie, aldus Willemien den Ouden, dean van de Honours Academy. Zij nodigde studenten, docenten en beleidsmakers uit om in de Stadsgehoorzaal hun mening te geven aan de hand van drie stellingen. Op deze stellingen konden studenten, docenten en beleidsmakers stemmen door middel van een stemkastje en werden de uitslagen per groep getoond. Daarnaast was er volop gelegenheid voor het publiek om te laten horen wat er leeft binnen en buiten het honoursonderwijs.
Talent voor de toekomst
Minister Bussemaker introduceerde de eerste stelling voor een goed gevulde zaal. Het publiek zat in een zogeheten Lagerhuisopstelling, met stoelen aan beide kanten van de zaal. Op deze manier werd er een sfeer als een echt debat gecreëerd. De minister sprak niet alleen over ‘excellente slimmeriken’ als ook over ‘competente rebellen’, waarvoor het honoursonderwijs bedoeld is. Zij benadrukte dat zulk talent nodig is voor de toekomst en zij honoursonderwijs daarom belangrijk vindt.
Excelleren
Vice-rector magnificus Simone Buitendijk was het eens met de minister en de stelling over de beschikbaarheid van honoursonderwijs voor slimmeriken en rebellen. Volgens haar is een excellentieprogramma een uitstekende manier om leerlingen de uitdaging te bieden die zij nodig hebben. Jeroen van Baar, schrijver van de Prestatiegeneratie, heeft na afronding van ’het University College Utrecht een kritische houding ontwikkeld tegenover de prestatiemaatschappij. ‘Minder jongeren voelen zich geroepen voor een baan in de verpleging of als leerkracht en willen zich enkel opwerken tot de bestuurlijke elite’. Dit zorgt volgens hem voor een verkeerd beeld van wat studenten straks te wachten staat op de arbeidsmarkt. Is die baan bij dat topbedrijf wel zo geweldig?
Kritische noten
Na de eerste stelling ontstond er al snel een hevig debat in de zaal, waarbij vooral studenten die zelf een excellentieprogramma volgen, aan deelnamen. Ook kwamen er enkele leerlingen uit het voortgezet onderwijs of studenten die geen excellentieprogramma volgen aan het woord. Verschillende meningen of suggesties voor verbreding, verdieping of verbetering van de excellentieprogramma’s kwamen goed naar voren. Daarnaast kwam er een honoursstudent tegenover een student te staan die geen excellentieprogramma’s volgde. Waar de honoursstudent sprak over de vele voordelen van een excellentieprogramma voor zijn netwerk, ambities en ontwikkeling koos de student zonder excellentieprogramma vooral zelf wat bij haar ambities paste zonder een vastgelegd honourstraject te volgen.
Winnaar
Na een succesvol debat met verschillende standpunten was het aan de jury de taak om drie beste debaters te nomineren. De jury, bestaande uit Arie Verhagen, Ton van Haaften en Willemien den Ouden, nomineerde hierbij Jeroen van Baar, Nina, een middelbare scholier en Monique, student in Leiden Leadership Programme. Het publiek kon met de stemkastjes haar favoriet kiezen. Nina, de middelbare scholiere , was in de ogen van het publiek de beste debater. Met haar kritische blik en scherpe tong had zij het publiek overtuigd van haar mening, al was zij er nog niet van overtuigd dat ze zelf tijdens haar studie een honoursprogramma zou gaan volgen. Ze wilde het liefst zelf besluiten welke kant ze op zou gaan.