Leiden Classics: Universiteit Leiden worstelde met eerste studentes
Pas in 1878 schreven de eerste vrouwelijke eerstejaars zich in aan de Leidse universiteit. Leiden liep al snel in de pas met andere universiteiten. Maar de discussie of vrouwen eigenlijk wel geschikt waren om te studeren zou nog heel lang duren.
In 1873 weigerde gynaecoloog Abraham Simon Thomas twee gevorderde Russische studentes de toegang tot zijn colleges. Het waren de eerste vrouwelijke Leidse studenten, maar ze waren na een paar weken alweer verdwenen. In de jaren daarna bedachten jonge vrouwen zich kennelijk wel twee keer voordat ze zich in Leiden inschreven. Pas vijf jaar later, in 1878, het jaar waarin Aletta Jacobs in Groningen afstudeerde in de geneeskunde, meldden zich weer meisjes voor inschrijving.
Gelijkwaardige partner
Terwijl steeds meer jonge vrouwen vlijtig studeerden, woedde over hun hoofden de discussie over de vraag of ze er eigenlijk wel geschikt voor waren. ‘De wetenschap kent geen sexe’, betoogde de Leidse rector magnificus Guillaume Daniel Louis Huet in 1885. Het was geen exclusief Leidse kwestie. In 1898 werd er een landelijk debat aan gewijd. De Utrechtse hoogleraar Psychiatrie Cornelis Winkler meende dat huwelijk en moederschap de natuurlijke bestemming van de vrouw waren. In de Amsterdamse hoogleraar Hector Treub vond hij een tegenstander in het debat, en een voorstander van studerende vrouwen: ‘Ja, de vrouw is geschikt voor studie, en studie is geschikt voor de vrouw.’ Vrouwen werden er een gelijkwaardiger partner voor hun man door, en ongetrouwde vrouwen zouden beter in hun onderhoud kunnen voorzien.
Zenuwinzinking tot aan zelfmoord toe
Een wat curieuze rol speelt rond de eeuwwisseling de Leidse hoogleraar Vaderlandse geschiedenis Petrus Johannes Blok. Hij is sterk gekant tegen het toelaten van meisjes en schrijft in 1907 een uitgebreid betoog in het geschiedenistijdschrift ‘Onze eeuw’. Zijn argumenten: vrouwenhersens zijn niet ingericht op studeren, want ze zijn van nature te ‘partijdig’, terwijl objectiviteit een vereiste is in de wetenschap, ze lopen het risico een manvrouw te worden en ze krijgen een zenuwinzinking van al dat studeren, tot aan zelfmoord toe. En meisjes kunnen wel goed uit het hoofd leren, maar als het op historische kritiek aankomt, en samenhang zien, zijn ze nergens meer. Blok kan zijn argumenten niet met cijfers staven, het is meer eigen waarneming, zo geeft hij toe. Tegelijkertijd behandelt hij vrouwelijke studenten hetzelfde als hun mannelijke equivalenten. Hij laat tegenover hen niets van zijn opvattingen merken en de studentes vinden hem aardig.
Liever een vrouwenuniversiteit
Blok pleit voor een vrouwenuniversiteit, met een aangepast, op vrouwen gericht curriculum. Zo’n universiteit zou hen dan kunnen voorbereiden op beroepen als onderwijzeres, onder-archivaris en onder-bibliothecaris. Hij leunt in zijn betoog sterk op de roman ‘Een Meisje-Studentje’ van Annie Salomons. Zelf studerend in Leiden, verhaalt Salomons over twee Leidse studentes, Go, en haar welstandige nichtje Else. Blok ziet in Salomons een medestander.
Annie Sillevis, een dappere studente wis- en natuurkunde, neemt het op tegen Blok en Salomons. Ze schrijft in 1907 een pamflet waarin ze de generalisatie bestrijdt dat studentes hun studie niet zo serieus nemen en meer aandacht aan jongens besteden dan aan studeren. Ze bepleit ook: vrouwen zijn nieuw op de universiteit, ze moeten hun draai nog vinden. En: jongens worden vrijgesteld om te studeren, meisjes moeten naast hun studie volop meedraaien in het huishouden. ‘Van meisjes wordt kennelijk verwacht dat ze examens doen zonder te studeren.’ Sillevis ontkent niet dat meisjes misschien wat subjectiever zijn dan jongens, maar ook dat ziet ze als een verschijnsel van tijdelijke aard. Sillevis’ in druk verschenen pamflet wordt overal in Nederland besproken en vindt veel bijval.
Nog steeds discussie
Maar nog is de weerstand tegen vrouwelijke studenten niet gebroken. De steun van de Leidse rector magnificus, Jacobus Johannes Hartman ging in 1907 naar Blok. En vijf jaar later ook die van de toenmalige rector magnificus, Fredrik Pijper. Dat is 39 jaar nadat de Russische studentes zo jammerlijk werden heengezonden.
Maar misschien moeten we ons niet verbazen. De discussie over vrouwen aan de universiteit is immers nóg niet voorbij. Alleen gaat die niet meer over het toelaten van vrouwelijke studentes, maar over het achterblijvende aandeel vrouwelijke promovendi, uhd’s en vooral: hoogleraren.
Dit artikel is een samenvatting van het artikel 'Geschikt voor het verzamelen van stof' van de historica Agnes van Steen.