Scriptie en papers
Als je een paper gaat schrijven, maak je gebruik van de inzichten die je tijdens de colleges en je studie tot nu toe hebt opgedaan. Daarnaast maak je soms ook gebruik van literatuurstudie of doe je eigen onderzoek waarover je schrijft.
Het schrijven van een interessant stuk, dat aan de criteria voor wetenschappelijk niveau voldoet en toch voor de gemiddelde lezer prettig leesbaar is, is één van de belangrijkste zaken die je leert als je een academische opleiding volgt.
Scriptieatelier
Het Scriptieatelier is een faciliteit ten behoeve van alle FSW masterstudenten die bezig zijn met hun masterproject of scriptie. Het Scriptieatelier biedt:
- Een werkomgeving voor studenten, die bezig zijn met het schrijven van hun scriptie/master thesis.
- Advisering bij het uitvoeren van het onderzoeksvoorstel, het analyseren van gegevens voor de scriptie, ondersteuning bij SPSS.
- Informatie ter ondersteuning van het scriptieproces via boeken, oude scripties e.d.
Wetenschappelijke integriteit
Wetenschappelijk werk moet het vertrouwen genieten van de maatschappij; mede-onderzoekers moeten erop kunnen rekenen dat het werk van hun collega’s ‘deugt’. Daarom wordt veel waarde gehecht aan wetenschappelijke integriteit. Deze is te vangen in de volgende criteria en steekwoorden:
- Zorgvuldigheid: precies, genuanceerd; respect voor onderzoeksobject; correcte bronvermelding; erkenning auteurschap.
- Betrouwbaarheid: transparant over (methode van) verzameling en verwerking van data;
- Controleerbaarheid: onderzoeksvraag, opzet, methode zijn nauwkeurig gedocumenteerd; onderzoeksgegevens gearchiveerd en in beginsel toegankelijk; repliceerbaarheid.
- Onpartijdigheid: intellectuele vrijheid; waarheidsvinding is het motief.
- Onafhankelijkheid: wetenschappelijke relevantie probleemstelling; verantwoorde methode; vrije verzameling onderzoeksgegevens; zonder inmenging eventuele opdrachtgever; geen ‘verborgen agenda’.
Literatuurverwijzingen
Wanneer?
Laat aan je lezers zien waar je bepaalde argumenten, feiten en dergelijke vandaan hebt gehaald. Zij moeten jouw onderzoeken in grote lijnen kunnen ‘natrekken’.
Bronvermeldingen zijn in elk geval vereist bij:
- letterlijke citaten;
- de weergave van gegevens die uit specifieke bronnen afkomstig zijn (cijfers, onderzoeksresultaten, tabellen);
- de presentatie van ideeën en visies van anderen.
Hoe?
Er zijn verschillende systemen van verwijzen. Informeer vooraf naar de richtlijnen die in het betreffende vak gelden voor het notenapparaat en de literatuurlijst!
Een veelgebruikt systeem is dat van de American Psychological Association (APA). Een beknopte handleiding vind je hier:
› Verwijzen volgens het APA-systeem (PDF; Vademecum Bacheloropleiding Politicologie & Bachelorspecialisatie Internationale Betrekkingen en Organisaties 2015)
Opmaak
Lay-out
Informeer vooraf welke eisen er gelden ten aanzien van de lay-out van je werkstuk. Zorg er in ieder geval voor dat je docent het gemakkelijk kan lezen en, waar nodig, becommentariëren. Kijk dus even goed naar de instellingen voor de
- lettergrootte;
- regelafstand;
- witruimte in de kantlijn; en
- paginanummering.
Voorblad, ‘adressering’
Werkstukken die niet (voldoende) zijn ‘geadresseerd’, komen niet terecht bij de docent die deze moet nakijken. Voorkom het zoekraken van werkstukken! Op alle opdrachten die je inlevert, vermeld je duidelijk:
- je naam, studentnummer en e-mailadres;
- het vak waarvoor je het werkstuk hebt geschreven;
- de naam van de (werkgroep)docent voor wie jouw stuk is bestemd;
- het nummer van de werkgroep waarin je zit;
- de inleverdatum; en
- het aantal gebruikte woorden.