Versoepelde criteria voor Amerikaanse terrorismelijst gelden ook in Nederland
Sinds 2013 voegen landen gemakkelijker namen toe aan de Amerikaanse terrorismelijst (TSDB), zelfs bij 'onvoldoende hard bewijs'. Dit geldt ook voor Nederland, vertelt Jelle van Buuren, universitair hoofddocent aan het Institute for Security and Global Affairs, in De Telegraaf.
Sinds 2013 voegen landen veel gemakkelijker namen aan de Amerikaanse terrorismelijst toe. Deze lijst, bekend als de Terrorist Screening Database (TSDB), bevat namen van mensen die mogelijk verdacht worden van terrorisme, zelfs bij 'onvoldoende hard bewijs'.
Van Buuren benadrukt dat de Nederlandse politie niet alleen potentiële terroristen en uitreizigers registreert, maar ook mensen in hun omgeving, zoals vrienden, kennissen en familieleden. Hierdoor komen mensen snel in de zogenaamde CTER-lijst (Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering) terecht. Dit zorgt voor een grote kans op fouten en misverstanden. Juristen en ambtenaren hadden al in 2013 gewaarschuwd dat dit systeem mensen onterecht kon treffen, omdat de lijsten, eenmaal gedeeld met andere landen, vaak zonder de bijbehorende context of bewijzen verder verspreid worden. Lijsten die zo lichtvaardig worden opgesteld en internationaal gedeeld, kunnen grote gevolgen hebben voor onterecht gesignaleerde burgers. Volgens van Buuren gelden er 'andere spelregels dan bij normale verdachten'.
Lees het hele artikel op de website van de Volkskrant.