Zijn steeds grotere deeltjesversnellers een goed idee?
In deeltjesversnellers worden elementaire deeltjes opgejaagd tot bijna de lichtsnelheid om ze vervolgens op elkaar te laten botsen. En dat met steeds hogere snelheden om de allerkleinste deeltjes te onderzoeken. Hoogleraar Theoretische Tatuurkunde Koenraad Schalm werpt hier licht op in Trouw.
CERN, de Zwitserse organisatie die elementaire deeltjes onderzoekt, is bezig met een haalbaarheidsstudie voor een nieuwe megaversneller van wel honderd kilometer lang. Maar is dit de beste manier om meer te leren over de bouwstenen van ons bestaan? ‘Het is zeker belangrijk om kritisch te blijven en nu heel goed na te denken over hoe we verder moeten, want we kunnen het beschikbare geld maar één keer uitgeven’, aldus Schalm. ‘Moeten we nu weer alles op alles zetten voor één nieuwe versneller? Of is het beter om dat geld te spreiden over meerdere, kleinere experimenten?’
Toch is het volgens natuurkundigen aannemelijk dat er nieuwe ontdekkingen te doen zijn met de hogere energie van een nieuwe versneller. ‘We kunnen nu zeggen dat er geen enkele theoretische noodzakelijkheid meer is voor nieuwe deeltjes. Het Standaardmodel is consistent en af’, zegt Schalm. ‘Toch weten we dat er méér te ontdekken moet zijn. Het Standaardmodel verklaart heel veel, maar lang niet alles van wat we om ons heen zien. We weten dat donkere materie er is. We moeten nu dus proberen te verklaren waarom donkere materiedeeltjes onzichtbaar zijn.’