Nikki Sterkenburg in het nieuws over extreemrechts in Nederland
Afgelopen week kwam Nikki Sterkenburg, buitenpromovenda bij FGGA, herhaaldelijk in het nieuws over haar onderzoek naar radicaal- en extreemrechtse groeperingen en waarom mensen lid worden en blijven van zo’n groepering. Afgelopen woensdag, 19 mei, promoveerde zij op ditzelfde onderzoek en onlangs verscheen haar boek ‘Maar dat mag je niet zeggen’.
De afgelopen zes jaar heeft Sterkenburg uitgebreid met meer dan 40 Nederlandse rechtsextremisten gesproken, waardoor er onlangs ook twee werden geïnterviewd door Nieuwsuur. Door haar veldwerk krijgt Sterkenburg scherp hoe deze mensen leven. Uit een artikel uit de Volkskrant: ‘de meeste mensen zij spreekt zijn tussen de 25 en 40 jaar, man, wonen hoofdzakelijk in Zuid-Holland en hebben een mbo-opleiding of hoger genoten. Ze combineren hun activisme vaak met een baan en een gezin.’ De groep activisten die de straat opgaan is relatief klein. Sterkenburg geeft aan dat de online groep groter is, maar de precieze grootte lastig te bepalen is omdat soms één persoon meerdere accounts gebruikt.
Veranderde scene
Sterkenburg zag dat de extreemrechtse scene duidelijk anders is dan twintig jaar geleden: het is veel individualistischer geworden. Tijdens een interview met Het Parool en in het AD zegt Sterkenburg: ‘Twintig jaar geleden moest je helemaal bij een groep horen: iedereen dezelfde ideologie en dezelfde leider. Dat is niet meer zo. Je hebt veel ‘freelancers’, die zich soms bij de ene club en dan weer bij de andere demo aansluiten. Extreemrechts zoekt nu ook gelegenheidsverbanden, bijvoorbeeld met groepen die tegen de coronamaatregelen zijn of andere boze burgers.’
Lees het artikel wat eerder verscheen over Sterkenburgs onderzoek op onze website hier