Lezing | Studium Generale
Proust en de kindertijd
- Datum
- donderdag 13 oktober 2022
- Tijd
- Bezoekadres
-
Lipsius
Cleveringaplaats 1
2311 BD Leiden - Zaal
- 028
“Soms als ik aan het lezen was, werd ik ’s middags al verrast door de dochter van de tuinman die als een gek de straat afrende en in haar haast een sinasappelboompje omverliep, zich een vinger openhaalde en een tand kwijtraakte, terwijl ze uitriep “Daar komen ze daar komen ze” zodat Françoise en ikzelf toe zouden snellen om niets van het schouwspel te missen. Het was namelijk een van die dagen waarop de soldaten door de straten van Combray trokken tijdens hun oefenmars.”
Uit: Op zoek naar de verloren tijd 1: De kant van Swann
Uitgaande van dit fragment over de dochter van de tuinman zal Sjef Houppermans de rol en de plaats van het kind in Op zoek naar de verloren tijd nader beschouwen. Het kind laat een ander ritme doorklinken in de tekst, een elan dat weldadig afwijkt van orde en gewoontes. Hoewel ‘Marcel’ (om de hoofdpersoon maar even zo te noemen) naar voren komt als een brave jongen, die vooral van lezen houdt, vertoont hij toch ook bij meer dan een gelegenheid gedrag dat lijkt op dat van de ‘woeste’ tuinmansdochter (wiens vader volgens Marcels grootmoeder te strenge opvoedregels hanteert). Bijvoorbeeld als hij in een opwelling van woede zijn paraplu stukslaat, of als hij gaat zingen als een haantje. Men kan zich afvragen welke deur zo op een kier komt te staan, inferno of paradiso? In zijn lezing zal Sjef Houppermans laten zien hoe ook de verdere zoektocht van Prousts roman over deze vraag gaat.