Universiteit Leiden

nl en

Facultaire en opleidingsreglementen

Op facultair en opleidingsniveau zijn er diverse regelingen om het onderwijs in goede banen te leiden. Zo zijn er bijvoorbeeld reglementen over bachelor- en masterscripties, regels en richtlijnen rondom tentamens en examens, judicia, plagiaat en het faculteitsreglement.

Op opleidingsniveau is het Onderwijs- en Examen Reglement (OER) het belangrijkste document waar je als student mee te maken hebt.

Tentamenprocedure

De regels in deze procedure gelden voor de tentamens van alle FSW-opleidingen. Er zijn 2 ‘soorten’ tentamens:

  • Reguliere tentamens.
  • Voorzieningententamens voor studenten met een functiebeperking.

Tentamenprocedure FSW 

Faculteitsreglement

Het faculteitsreglement is een document, opgesteld door het faculteitsbestuur, met (gedrags)regels die gelden binnen de faculteit.

Faculteitsreglement

Gedragscode onderwijs en onderzoek

Gedragscode voortvloeiend uit het Strategisch Plan van de universiteit en het Visie- en Strategieplan van FSW.

Gedragscode

Het faculteitsbestuur stelt ieder jaar de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vast. Daarin is de omvang en inrichting van het onderwijs vastgelegd. De OER bevat informatie voor de bachelor- en  masterprogramma's Psychologie over:

  • Toelatingseisen
  • Tentamens en examens
  • Onderwijsprogramma's
  • Diplomering 

De bepalingen van de examencommissie ten aanzien van het afronden van cursussen en het afnemen van tentamens staan in de Nadere Regels en Richtlijnen (NRR).

  • Fraude
  • Regeling cijferbereking
  • Verplichte aanwezigheid bij werkgroepbijeenkomsten

De Faculteit der Sociale Wetenschappen heeft per 1 januari 2006 het systeem Turnitin ingevoerd. Docenten kunnen dit systeem gebruiken om werkstukken van studenten systematisch op plagiaat te controleren. Wordt een geval van fraude ontdekt, dan zijn de regels van toepassing zoals omschreven in hoofdstuk 6 van de Nadere Regels en Richtlijnen (NRR) van de examencommissie van de opleiding Psychologie, behorend bij de betreffende Onderwijs- en Examenregeling.

Weging van twee studieprestaties 

Bij propedeusevakken*): Het cijfer per vak wordt samengesteld uit twee deelcijfers: het schriftelijke tentamen (de eerste studieprestatie) dat voor 70% meetelt en de tweede studieprestatie (al dan niet samengesteld uit meerdere subopdrachten) die voor 30% meetelt.

Bij de verplichte tweedejaarsvakken en specialisatiecursussen**): Het cijfer per vak wordt samengesteld uit twee deelcijfers, het schriftelijke tentamen (de eerste studieprestatie) en de tweede studieprestatie (al dan niet samengesteld uit meerdere subopdrachten). De weging van de deelcijfers varieert per cursus en wordt per cursus aangegeven in de studiegids. 

*) Met uitzondering van de cursus ‘Tutoraat Academische Vaardigheden’ 
**) Met uitzondering van de cursussen ‘Perspectief op carrièreplanning’ en ‘Interpersoonlijke Beroepsvaardigheden’ 

Bij keuzevakken: Het cijfer per vak bestaat uit één cijfer, afgerond op hele en halve cijfers

Afronding  

Voor de berekening van het eindcijfer gebruikt uSis de twee deelcijfers (x% schriftelijk tentamen; 100-x% tweede studieprestatie), beide afgerond op 1 decimaal. Dit eindcijfer wordt afgerond op hele en halve cijfers, waarbij 5.5 geen eindcijfer kan zijn. De bestaande regel voor eindcijfers tussen 5 en 6 blijft van kracht: een berekend eindcijfer van 5.5 of hoger wordt afgerond naar 6.0. 

Compensatie tussen deelcijfers 

Een student kan een (licht) onvoldoende deelcijfer voor de ene studieprestatie compenseren met een hoger deelcijfer voor de andere studieprestatie. De Examencommissie Psychologie heeft bepaald dat een deelcijfer niet lager dan 5.0 mag zijn om gecompenseerd te kunnen worden door de andere studieprestatie. 

Herkansing 

Eindcijfers van 5.5 of hoger mogen niet herkanst worden*. De overige regels met betrekking tot herkansing luiden als volgt: 
- Deelcijfers lager dan 5.0 moeten altijd herkanst worden.
- Deelcijfers van 5.5 of hoger mogen niet herkanst worden. 
- Deelcijfers groter of gelijk aan 5.0 maar lager dan 5.5 mogen herkanst worden: 
• tenzij het eindcijfer (bij de gewogen x%/100-x% middeling) gelijk aan of hoger is dan 5.5, OF 
• als het andere deelcijfer nog niet bekend is gemaakt op het moment dat de student zich moet inschrijven voor de herkansing van het deelcijfer. 

Na herkansing geldt het hoogste resultaat: als de herkansing resulteert in een lager deelcijfer dan bij de eerste kans, dan blijft het eerste deelcijfer gehandhaafd in uSis. Er wordt één tentamen- en één hertentamengelegenheid per studiejaar aangeboden. De herkansingsgelegenheid voor de tweede studieprestatie staat duidelijk vermeld in de cursusbeschrijving in de studiegids. Deze wordt éénmaal per studiejaar aangeboden: ofwel binnen de looptijd van het blok, ofwel buiten de looptijd van het blok, namelijk in de herkansingsperiode voor het betreffende blok (dus niet beide!).

*Uitzondering: In Artikel 4.1.8 van de OER is aangegeven dat een student gedurende een bacheloropleiding eenmaal de gelegenheid heeft een tentamen dat met goed gevolg is afgelegd, opnieuw af te leggen, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie hiervan - in uitzonderlijke, individuele gevallen op verzoek van de student - af te wijken. Hiervoor geldt dat een voldoende resultaat alleen opnieuw kan worden afgelegd in hetzelfde studiejaar waarin dit resultaat is behaald. Bij deze eenmalige herkansing geldt het hoogst behaalde resultaat. 

Aanwezigheid

Academisch jaar 2023-2024

Om een eindcijfer te behalen dient een student minimaal 75% van de werkgroepbijeenkomsten aanwezig te zijn. Een student die minder dan 75% van de verplichte werkgroepbijeenkomsten aanwezig is, ongeacht de reden voor afwezigheid*, wordt geen inhaal- of compensatiemogelijkheid geboden. Hij/zij volgt de gehele serie werkgroepbijeenkomsten opnieuw bij een volgende gelegenheid dat de cursus wordt aangeboden.

NB: De cursussen IBV, POCP  en het tutoraat hanteren hogere aanwezigheidseisen, deze staan per cursus omschreven in de studiegids.

*)Bij structurele persoonlijke omstandigheden dient de student contact op te nemen met de studieadviseur, niet met de docent. 

Academisch jaar 2024-2025
Vanaf academisch jaar 2024-2025 geldt een aangepaste aanwezigheidsplicht. In de Studiegids staat per cursus onder het kopje ‘Onderwijsvorm’ vermeld of er een aanwezigheidsplicht geldt, en zo ja, voor welke onderdelen (werkgroep, werkcollege, practicum). In de Brightspace module van de betreffende cursus is na te lezen wat deze aanwezigheidsplicht precies inhoudt.
Bij structurele persoonlijke omstandigheden dient de student contact op te nemen met de studieadviseur, niet met de docent. 
 

Verplichte studieprestatie 

Het deelcijfer voor de tweede studieprestatie wordt bepaald op basis van de beoordeling van alle verplichte studieprestaties (opdrachten, toetsen, presentaties, deelname aan debat, etc.), die vermeld staan in de cursusbeschrijving in de studiegids. De leerstof van eventueel gemiste werkgroepen behoort wel tot de stof die wordt getoetst middels opdrachten of het tentamen  om de eindtermen van de cursus te behalen. Afwezigheid bij werkgroepbijeenkomsten ontslaat de student niet van zijn/haar verplichting om aan de genoemde studieprestaties te voldoen. In het geval dat er geen opdracht hoefde te worden gemaakt voorafgaand of tijdens een gemiste werkgroepsbijeenkomst, kan de docent bepalen dat een student alsnog middels een vervangende opdracht aantoont de behandelde stof zich eigen te hebben gemaakt.

Berekening cijfers 

Het deelcijfer van de tweede studieprestatie van een student die onvoldoende aanwezig is geweest, wordt beoordeeld met een 1 - ongeacht de beoordeling van de verplichte studieprestaties.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.